Een brug te ver

14 september 2017 - Kandy, Sri Lanka

Vanmorgen stonden we wederom op met zon. Alles ziet er dan toch anders uit dan met regen. Hopelijk zorgt de zon ervoor dat de klammigheid uit de kamer verdwijnt. Alles ( beddengoed, wc papier ) is klam. Na het ontbijt vertrokken we met de tuk tuk eerst naar de botanische tuinen. Deze liggen een paar kilometer buiten Kandy. Deze tuinen waren ooit een hobby van een vroegere koning, maar tegenwoordig is iedereen welkom. Niet alleen reizigers, maar ook de lokale bevolking vindt hier rust. We zagen vooral veel verliefde stelletjes. In de volksmond wordt dit park ‘loverspark’ genoemd want hier kunnen ze even samen zijn zonder dat de ouders meekijken.

We werden bij de achteringang afgezet want het was daar rustiger volgens de chauffeur. Na de ingang zagen we al gelijk een grote hangbrug. Niet echt mijn ding, maar ik wilde het toch proberen. Toen ik op een kwart was, ging iemand verderop de brug springen. Ik deed het haast in mijn broek dus ik was zo weer aan de kant. Na lang twijfelen besloten we om niet via de brug het park te betreden, maar via de hoofdingang. Dus dan maar met de tuk tuk naar de andere kant van het park. Het park heeft een prachtige collectie inheemse en uitheemse tropische bomen en planten. Sommige zijn zeer zeldzaam. In een kas worden orchideeën gehouden en in een andere lijkt het wel een Nederlands tuincentrum. Dezelfde planten, alleen staan ze hier in de kas om ze te beschermen tegen de zon. Het zijn namelijk schaduwplanten. Ook zagen we vleermuizen en apen. Het is dat we een tijd hadden afgesproken met de chauffeur want we hadden hier nog veel langer willen blijven.

Een kruidentuin was ons volgende doel. We kregen uitleg over verschillende planten en kruiden en waar het allemaal goed voor is. Schijnbaar allemaal heel bijzonder want je hoefde het maar 21 dagen te gebruiken en je klachten blijven zeven jaar weg. Ook werden diverse middeltjes getest op ons. Rob heeft nu een stuk onthaard been. Mijn gezicht kreeg een of ander smeersel inclusief een massage. Rob had de afgelopen dagen een stijve nek en kreeg ook een massage. Allemaal best interessant en ik herkende bepaalde middeltjes wel uit onze homeopathie. Na afloop werd er wel min of meer verwacht dat we wat kochten. Dus dat deden we dan maar. Een middeltje tegen snurken en een middeltje waarmee je binnen een maand zes kilo buikvet verliest ( niet dat ik dat geloof ). We zullen het als we weer in Nederland zijn eens uit gaan proberen.

Daarna stond een theefabriek op het programma. We kregen een rondleiding wat best interessant was. Daarna uiteraard een kopje thee en je raadt het al, mochten we thee kopen. De chauffeur wilde ons daarna naar een houtfabriek brengen, maar als we na afloop ook nog iets van hout hadden moeten kopen, krijgen we de koffers straks niet meer dicht. Hoewel Sri Lanka ( voormalig Ceylon ) bekend staat om zijn theeplantages moeten theedrinkers zich doorgaans behelpen met theezakjes van mindere kwaliteit. Bijna alle thee van hoge kwaliteit wordt geëxporteerd.

Thee en de toeristenindustrie spelen nog steeds een belangrijke rol in de economie van Sri Lanka maar het land is in toenemende mate afhankelijk van goedkope arbeid van de verarmde bevolking. Tegenwoordig levert de textielindustrie het grootste aandeel in de export. In honderden fabrieken wordt kleding voor de grote westerse textielketens geproduceerd. De meeste werknemers zijn vrouwen onder de 25 jaar die dikwijls onder bijzonder zware omstandigheden voor een schijntje moeten werken, hoewel de situatie heel geleidelijk aan het verbeteren is. Het op een na belangrijkste exportproduct bestaat uit menselijke arbeid. Vele duizenden Sri Lankanen laten hun gezinnen op het eiland achter om in de Golfstaten en elders te gaan werken. Het geld dat ze naar huis overmaken vormt een steeds belangrijker pijler van de Sri Lankaanse economie.

Na de lunch vertrokken we naar het Bahiravokanda Vihara Boeddhabeeld. Dit gigantische beeld van Boeddha is zo’n 27 meter hoog en is daarmee het grootste Boeddhabeeld van Sri Lanka. Vanaf hier heb je ook een mooi panoramisch uitzicht over Kandy.

Kandy is meer dan thee alleen. Het is ook één van de heiligste plekken in Azië. Elk jaar reizen miljoenen pelgrims af naar Kandy voor een bezoek aan de Sri Dalada Maligawa-tempel. In deze tempel ligt namelijk het relikwie dat boeddhisten beschouwen als het heiligste object ter wereld, een tand van Boeddha. Het is verpakt in zeven gouden kistjes en wordt zorgvuldig bewaard in een aparte kamer. Het wordt dag en nacht bewaakt. De Singhalezen hebben hun uiterste best gedaan om een prachtige tempel te bouwen voor dit bijzondere object. Wanneer je rondkijkt in de met goud en schilderwerk beklede tempel wordt duidelijk hoe belangrijk de tand is. Overal in de tempel klinkt muziek. De lucht is gevuld met de geur van wierrook. Van 's ochtends vroeg tot 's avonds laat is de stad en het tempelcomplex gevuld met monniken.

Rond zes uur waren we weer terug in het hotel. Zo maar eens uitzoeken wat we morgen gaan doen. Maar eerst voor het diner een broek en trui aantrekken want het is hier ’s avonds best fris. Wel is de lucht zwanger van de bloemengeur uit de tuin. Heerlijk.

Foto’s

4 Reacties

  1. Pa:
    14 september 2017
    Ik heb weer genoten van je verslag en foto's
  2. Peggy:
    14 september 2017
    Fijn om te horen. Jullie zouden het hier ook geweldig vinden. Xxx
  3. Jolande:
    14 september 2017
    Mooie kleurrijke foto's!
  4. Peggy:
    14 september 2017
    Ja het is hier bijzonder kleurrijk